Het geslacht ‘van Oyenbrugge’ had sinds de 11 de eeuw een vooraanstaande rol in het feodale
Grimbergen. Ze kozen hun familienaam naar het leen dat ze van de heren van Grimbergen ter
beschikking kregen. ‘OYE’ betekent vruchtbaar land langs het water. En ‘BRUG’ is afgeleid van broek
of breugel en betekend moeras of land. Zo was er in 1159 ene Arnout van het vruchtbare land bij het
water, of Arnout Van Oyenbrug.
Dat water was de Heyenbeek. Van hein- afscheiding of heien – in de grond stampen. Dus
vermoedelijk afbakening, grensbeek.
Door het huwelijk van een vrouwelijke telg van de Heren van Grimbergen met de Berthouts, Heren
van Mechelen en dies bontgenoten ontstaat er een groot gebied. Zij verkrijgen zo een deel van de
pagus Brabant. Een machtsblok dat evenwaardig is aan dat van de Graven van Leuven. En als
Godfried II van Leuven als hertog van Brabant wordt verkozen ontstaat er een machtsstrijd over het
oude Landgraafschap Bracbantia.
Van 1139 tot 1159 woedt de Grimbergse Oorlog. Die wordt tijdens de slag bij de Ransbeek, nu Neder
over Heembeek, beslecht. De Heren van Grimbergen verliezen de strijd. Arnout II van Grimbergen
sneuvelt tijdens de slag. En trouw aan zijn zijde vallen vele trouwe vazallen waaronder Arnout en zijn
zoon Hendrik van Oyenbrugge.
Enkele markante ‘van Oyenbrugges’:
– Jan van Oyenbrugge: Nam in 1477 deel aan een tornooi ter gelegenheid van het huwelijk van
Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië in Brussel.
– Engelbertus van Oyenbrugge: drossaert van De familie de Glymes en ook van Willem van
Nassau, prins van Oranje. In de aanloop van de godsdienstoorlogen van de 16 de eeuw.
– Antoon van Oyenbrugge: Zoon van Engelbertus en Abt van de abdij van Grimbergen. Neemt
deel aan de opstand tegen Spanje. Hij wordt geëxcommuniceerd door de paus. Pas na de
vernieling van de abdij en vele verontschuldigingen krijgt hij uiteindelijk zijn benoeming uit
de handen van koning Filips II.
– Filips van Oyenbrugge: intendant van het kanaal Brussel – Willebroek in 1625.
Het kasteel van Oyenbrugge stond er tot 1736. In het abdijarchief vinden wij een oude rekening uit
1755 Mattheus Van Campenhout wordt betaald om ‘de fondeelsels van het afgebroken casteel te
helpen dekken met gruys ende aerde’.
En nog in het archief van de abdij van Grimbergen vinden wij een pachtbrief uit 1397, die een
olieslagmolen ‘t Oyenbrugghe vermeldt. De pachter is Geert Lachaert zoon van de meulder. Een
gelijkaardige pachtbrief uit 1437 bevestigt dat de Lachaertsmolen verpacht wordt aan Geert Vander
Elst.
Vermoedelijk wordt deze olieslagmolen vernield in 1576. Spaansgezinde troepen trekken zich terug
op Vilvoorde en verbranden de houten brug (Verbrande Brug) over het nieuwe kanaal.
In 1623 wordt de huidige molen gebouwd. Zoals voor de 3 andere watermolens in Grimbergen wordt
hiervoor de Heyenbeek verlegd. Vanaf nu heet ze de Maalbeek. Door de beek hoger in de vallei uit te
graven bekomt men op de plaats waar men een molen gaat bouwen het gepaste verval. De 4
watermolens op de benedenloop van de Maalbeek hebben een waterwiel met een doormeter van
meer dat 4,50m. Waardoor ze veel meer vermogen hebben dan de middeleeuwse molentjes
voordien.
In 1899 krijgt, Emiel Timmermans, molenaar op de Oyenbrugmolen de toestemming van de Provincie
Brabant om zijn waterwiel te vervangen door een turbine. De competitie met de stoommachines uit
de tijd van de industriële revolutie is hard. Wie zijn brood moet verdienen met de hulp van
natuurlijke krachtbronnen moet investeren in nieuwe technologie. Hij laat een Girard turbine
inbouwen.
Timmermans verkoopt in 1926 de Oyenbrugmolen aan de familie Vleeschouwer.
In 1939 onteigende de Belgische militaire overheid het akkerland bij de molen om een vliegveld te
bouwen. Vanaf 1940 is het vliegveld van Grimbergen in gebruik door de Duitse bezetter om
verkenningsvluchten uit te voeren. Na de 2 de wereldoorlog moet de familie Vleeschouwer om te
kunnen boeren uitwijken naar Wallonië. Zij verkopen de molen aan Jan De Laet. Midden jaren 60
verkoopt die op zijn beurt aan de Cupper- Markarian.
Sinds 1977 wonen Erik Van Hemelrijck en Linda De Wit en hun kinderen Wanne, Lotte en Naten op
de Oyenbrugmolen. Gedurende vele jaren werd aan de restauratie van de gebouwen gewerkt. Zij
hadden er een tv- decorbedrijf en organiseerden historische schouwspelen. Na een actieve carrière
wordt het wat rustiger in de Oyenbrugmolen. Tijd om de oude machinerie op te graven en nieuw
leven in te blazen. Een maalvaardige restauratie met energieopwekking en projecten voor de
omgeving van de Oyenbrugmolen staan op stapel.